Onderwijsmanagement en de besturing van scholen ligt al best wat jaren onder een vergrootglas. Zo zou het bureaucreatie veroorzaken, teveel geld kosten en de aandacht afleiden van onderwijskwaliteit, vakmanschap en bijvoorbeeld de autonomie van onderwijsteams. Het past in een tijdsbeeld waarin er in toenemende mate een kritische grondhouding is richting managers. Zo zijn er ook experts die vinden dat managers meer kwaad dan goed doen. En dus: hoe minder hoe beter. Ik ben nieuwsgierig hoe het is om binnen deze ’trend’ leiding te geven in het onderwijs. Met al die kritiek op onderwijsmanagement is het daarmee (misschien ongemerkt) best een spannend beroep geworden. Helemaal gelet op de corona pandemie en de extra onderwijsgelden in de vorm van het Nationaal Programma Onderwijs. Hoe dienen scholen dit te besteden? Hoe geef je hier als manager richting en vorm aan? Wanneer doe je het goed en wanneer ‘niet’? En plat gesteld: Is het nog wel leuk om manager te zijn?
Over dit soort vragen ga ik in gesprek met Jeroen Goes. Hij werkt 25 jaar in het onderwijs waarvan 21 jaar als leidinggevende. De laatste drie jaar is hij de voorzitter van stichting Fluvium openbaar onderwijs in de Betuwe. Een stichting met twintig dorpsscholen. Naast bovenstaande thema’s bespreken we diverse vragen van luisteraars die binnenkwamen via twitter.