Volgens Marijke Spanjersberg wordt onze taal meer en meer een binnenkant-taal. We praten graag en veel over wat er zich in onszelf en in de ander afspeelt. Coaches, adviseurs en guru’s doen ons bovendien geloven dat dit ontzettend belangrijk is om gelukkig te worden, beter samen te werken en impact te maken. Maar is dat eigenlijk wel zo? En hoe komt het dat deze binnen-kant taal zo’n grote aantrekkingskracht heeft? In haar boek ‘Tussentaal‘ geeft Marijke een kritische reflectie op het gebruik van internaliserende en psychologiserende taal als uitdrukking van het dominante paradigma dat de oplossing voor het probleem in het individu zelf ligt. Zou het ook anders kunnen? Is het mogelijk om taal te bedenken die meer uitdrukking geeft aan wat tussen mensen afspeelt en hoe zou deze taal dan klinken?