Het Niekée en Agora onderwijs is een opkomende vorm van onderwijs in Nederland. Op deze scholen staat de nieuwsgierigheid van elke unieke leerling centraal. Door te werken aan challenges gaan kinderen inhoudelijk aan de slag rondom een vraagstuk of probleem waar ze gefascineerd door zijn. De leraar is een coach en trekt van de beginfase tot het eindresultaat met leerlingen op. Bij het Niekée onderwijs (vmbo) zijn er nog wel klassen en projecten, in het Agora onderwijs (havo, vwo) gaan ze verder en trekken ze de persoonlijke benadering verder door. Ouders spelen een belangrijke rol in de school en doen actief mee. Niekée en Agora onderwijs is een ver doorgevoerde vorm van gepersonaliseerd leren. Het woord ‘school’ is vervangen door ‘Agora’ dat plein of marktplaats betekent. Een leven lang leren staat centraal. Sjef Drummen is één van de oprichters en houdt al jaren een stevig pleidooi voor deze vorm van leren. Geen saaie klaslokalen, maar open ruimtes waar van alles te doen is. En de grenzen van een school stoppen volgens hem niet bij hek: juist daarbuiten is van alles te doen en te ontdekken! Ieder kind is uniek en dus zitten leerlingen van alle leeftijden en niveaus door elkaar heen. En dat betekent ook: geen vakken, geen vast rooster of verplichte methodes. De leerling wordt onder begeleiding uitgedaagd zelf vorm te geven aan zijn leerproces. Dat verhoogt de motivatie en stimuleert nieuwsgierigheid, denken en experimenteren. De grootste blokkade voor deze noodzakelijke onderwijsontwikkeling is volgens Sjef Drummen ons eigen denken over onderwijs. We zijn gecultiveerd en opgevoed dat leren moet plaatsvinden in klaslokalen, dat stilzitten en gehoorzamen erbij hoort. Terwijl dit juist de dood in de pot is als het gaat om persoonlijke ontwikkeling.
Niekée Agora is een gepersonaliseerd leerconcept waarbij leerlingen van vmbo tot en met gymnasium leren en bezig zijn met hun ontwikkeling. Elke leerling heeft zijn eigen leerroute, diplomagarantie op instroomniveau, drietalige communicatie en werkt met moderne technologie. Geen schoolvakken, geen curriculum, geen huiswerk, geen zittenblijven, geen schoolboeken en geen leraar voor de klas.
Niekée is de winnaar van de Scholenbouwprijs 2008-2010 en van diverse onderwijskundige innovatieprijzen.
Het gaat hier volgens Sjef Drummen niet om onderwijsvernieuwing. Het gaat om alternatief onderwijs, waar leerlingen volledig zelfverantwoordelijk zijn voor hun eigen ontwikkeling. “De leerling bepaalt het reisdoel, de meester wijst de weg.”
Vragen die voorbijkomen in deze podcast:
Hoe ziet het onderwijs bij Niekée en Agora er in de basis uit?
Waarom ben je hiermee gestart?
Wat maakte het nodig radicaal te starten vanaf ‘0’?
Waar is deze vorm van leren op gebaseerd?
Jij spreekt je op sommige vlakken heel direct uit, bijvoorbeeld over het verschil tussen VMBO en Gymnasium. Waarom ben je hier tegen?
Waarom werkt dit nieuwe systeem?
Wat werkt er niet?
Wat zijn dit moment de grote uitdagingen in ons onderwijs?
Waar maak je momenteel zorgen om als het gaat om onderwijs in Nederland?
In deze podcast ga ik in gesprek met Pedro de Bruyckere over hardnekkige onderwijsmythes. Zo worden veel onderwijsinnovaties onderbouwd met de redenering dat ‘veel van het werk dat kinderen later gaan doen nog niet bestaat’. Maar klopt dat eigenlijk wel? En is met de hand leren schrijven ouderwets of toch nog wel zinvol? Heb je echt 10.000 uur nodig om een expert in iets te worden? Bestaan beelddenkers en worden baby’s slimmer als je ze naar Bach of Mozart laat luisteren? Kijk of luister nu naar een nieuwe Tjipcast!
Gaat ons onderwijs ten onder aan regels? Zijn we stiekem verslaafd geraakt aan prachtige onderwijsvisies die in de praktijk geen betekenis krijgen? Met Remko Keizerwaard ga ik in gesprek over wat voor soort leiderschap er nodig is om niet te verdwalen in dit type afspraken, vage teamdagen en onduidelijke visietrajecten. Hoe doorbreek je dat patroon? Hoe werk je als leider samen met je team en welke valkuilen kan je beter vermijden? En hoe komt het dat zoveel mooie ideeën stagneren wanneer er plannen, stuurgroepen en ontwikkelteams worden geformuleerd? Ondanks de vaak prachtige vergezichten en plannen, lijkt het wel alsof ons onderwijssysteem kickt op regeltjes, protocollen en structuren. Maar vernieuwing in combinatie met regels en controlemechanismen gaan niet goed samen. Hoe kicken we hier als onderwijsprofessional vanaf? Luister nu naar een nieuwe Tip van Tjip met onderwijsmanager Remko Keizerwaard!
De afgelopen jaren is er in het onderwijs ruim aandacht voor 21st century skills zoals creativiteit, communicatie en bijvoorbeeld mediawijsheid. Dit gaat gepaard met een steeds ruimere opvatting over wat kennis (bij kinderen) nou precies is. Kennisoverdracht zou hiermee zelfs ouderwets zijn, omdat kinderen dit ‘sociaal construeren” met anderen. Kennis is hiermee vluchtiger en tijdelijker van aard. En de docent wordt meer een coach dan een ”overdrager van kennis’. In combinatie met geromantiseerde beelden over onderwijs zorgt dit volgens Erik Meester voor duidelijke problemen. Deze weeffout in ons onderwijs is een van de grotere oorzaken van de neergaande onderwijsresultaten in Nederland. Ook leidt het volgens Erik Meester tot kansenongelijkheid. Kinderen hebben dus juist recht op kennis! In deze Tjipcast onderbouwt Erik Meester dat in 2019 kennis belangrijker is dan ooit. Kennis is veel meer dan een stoffige boekenkast, maar de grondstof waarmee we leren, kijken, ontdekken en creëren. Dit vraagt onderwijzers en docenten met verstand van didactiek, pedagogiek en natuurlijk: kennis over het onderwerp in kwestie.
Erik Meester is docent en onderwijsontwikkelaar aan de Radboud Universiteit, opleiding Pedagogische Wetenschappen van Primair Onderwijs. Hij schreef onder andere met Sarah Bergsen en Paul Kirschner een inmiddels bekend pleidooi voor de herwaardering van kennis:
Tijdcodes (in dit geval is het gesprek opgedeeld in 6 grove onderdelen):
Subvraag #1: Wat bedoelen we eigenlijk met kennis (op school)?
Kennis als mentaal model, geen stoffige mentale boekenkast maar een grondstof voor denkwerk.
Voorbeeld PubQuiz (misvatting: ‘hier kan je eindelijk wat met al die nutteloze feitenkennis’)
Voorbeeld autorijden (‘kennis en vaardigheden zijn onlosmakelijk verbonden’)
Voorbeeld sociale conventies c.q. mores (‘ik ken je nauwelijks Tjip, en toch zitten we hier nu’)
Zelfs je ‘geweten’ en je ‘intuïtie’ worden sterk beïnvloed door wat je weet, ook al zijn veel mensen zich daar niet van bewust
Mag ik nog iets verder gaan? Je kennis is zelfs zeer bepalend voor wat (onbewust) je aandacht trekt en hoe je de wereld waarneemt.
Subvraag #2: Kennis als sociaal construct, het idee van het sociaal constructivisme is erg populair in o.a. de onderwijswereld. Hoe zou dat komen?
Het sociaalconstructivisme appelleert aan de dominante (onderbewuste) romantische opvattingen over leren – Er ligt veel nadruk op zelf ontdekken, levensechte situaties, aansluiten bij de belevingswereld van kinderen – Deze kennistheorie c.q. epistemologie is echter niet zomaar door te vertalen naar didactische uitgangspunten
Voorbeeld ‘Tussen kunst en kitsch’ (‘experts leren anders dan beginners’)
Voorbeeld van onderzoek doen. Denk bijvoorbeeld na over betekenisvolle variabelen? Zie ook deze link:
Subvraag #3: Toch zijn er mensen die stellen dat kennis er niet meer zo toe doet vandaag de dag. Het zou meer gaan om het kunnen zoeken van informatie, kunnen samenwerken en experimenteren. Hoe kijk jij daarnaar?
Dat is dus eigenlijk een naïeve, en zo niet een elitaire opvatting, kennis is juist macht
Als een ander (veel) meer weet dan jij maakt dat je kwetsbaar (‘ze kunnen je alles wijsmaken, denk aan FAKE NEWS of foodblogs’)
Voorbeeld holle retoriek tech bedrijven (‘zij en hun kinderen hebben allen het beste onderwijs genoten’)
Uitleg werkgeheugen en langetermijngeheugen (‘hoe meer je weet, hoe meer je kan leren’)
Concluderend: het informatief en strategisch gebruik van internet is geen generieke vaardigheid (‘dit is een essentieel inzicht!!!’)
Het vereist dat je goed kan lezen, schrijven en rekenen, en veel algemene kennis hebt, daarmee het doel van het funderend onderwijs. Zie ook deze link.
Subvraag #4: Het gaat in het onderwijs veel over creativiteit, innovatie en anders denken. Dat kennis dus ‘zomaar’ kan ontstaan.
Ik sprak met kunstenaar Barthel Brussee over een omgekeerd uitgangspunt: kennis leidt tot creativiteit. En dus niet andersom. Je hebt kennis nodig van penselen, licht, verf en compositie om te kunnen schilderen. Uit niets ontstaat veelal niet veel.
Hoe kijk jij hiertegen aan in het licht van onderwijs?
Creativiteit of kritisch denken berust voor het grootste deel, net als informatie zoeken op internet, op kennis
Voorbeeld Mondriaan, Picasso en Rafael Nadal – Voorbeeld van Shakespeare i.r.t. Griekse mythologie en Tolkien i.r.t. Noorse mythologie
Creativiteit is een een onderbewust en autonoom proces, waarom zou je dat dan onderwijzen?
Als je het ziet als ‘neiging’ zou je die neiging positief kunnen bekrachtigen (‘iedereen vragen stellen maar niet iedereen doet dat’)
Echte innovaties en creatieve ideeën komen voort uit jaren hard werk en niet uit gezellige brainstormsessies met mooi gekleurde post-its
We moeten onze leerlingen de cumulatief opgebouwde basiskennis overdragen zodat zij hiertoe in staat zijn (‘dit is overigens ook het onderscheidende vermogen van ons als soort’). Zie deze link.
Subvraag #5: Als je inderdaad kennisoverdracht (weer) in het hart van ons onderwijs wilt plaatsen, wat vraagt dit van een docent of leerkracht?
Dat docenten of leerkrachten zelf ook heel goed weten waar het inhoudelijk over gaat, en dat ze die kennis, het liefst met veel passie en interactie, goed kunnen overbrengen.
Als je het aan vakinhoudelijke kennis ontbreekt is het gemakkelijk om leerlingen het zelf te laten uitzoeken, dan hoef je alleen maar een beetje te ‘coachen’
Dat is een mogelijke verklaring voor de populariteit van ‘onderzoekend leren’ waarbij leerlingen meer zelf geacht worden om leervragen te stellen. Zie deze link.
Subvraag #6: Wat is er mis met het idee dat leerlingen zelf meer bepalen wat ze willen leren?
Veel meer dan je wellicht zou denken. Ten eerste zijn kinderen uit bevoordeelde milieus hier veel beter toe in staat, dat veroorzaakt dus meer sociale stratificatie
Ten tweede kan je beargumenteren dat sommige kennis meer waard is dan andere kennis (in termen van cognitief voordeel / maatschappelijke relevantie) – Eén benadering is dat je wilt dat leerlingen uiteindelijk goed in staat zijn een kwaliteitskrant te lezen. Daarvoor heb je een rijke woordenschat en veel algemene kennis nodig. – Als je daar geen coherent en cumulatief leerplan (lees: curriculum) voor ontwerpt dan kunnen er grote hiaten in deze kennis ontstaan en daar kunnen (m.n. zwakke) leerlingen veel last van krijgen
Voorbeeld over hoe je eigen leervragen wél zou kunnen positioneren – Uitgangspunt is dat het curriculum moet worden gebaseerd op kennis, en niet generieke vaardigheden, want die bestaan niet (zoals nu gebeurt bij curriculum.nu). Zie bijvoorbeeld deze link.
Subvraag #7: Kennis is ook een zeer actueel thema in de onderwijskunde. Wat is betrouwbare kennis om tot een goede les te komen, een instructie te geven of te werken met een groep kinderen. Zie je hier een parallel zoekproces?
We zijn sinds Piaget en Vygotski veel meer te weten te komen over bv. ontwikkelingspsychologie, de cognitieve psychologie en effectieve leer- of instructiestrategieën – Toch zie je in de onderwijssector dat niet iedereen deze nieuwe kennis tot zich heeft genomen (of willen/kunnen nemen).
Hierin ligt natuurlijk ook een belangrijke rol voor de lerarenopleidingen, die nog altijd vaak op sociaal constructivistische leest zijn geschoeid en deze inzichten vaak nog niet hebben opgenomen in hun curriculum (onderzoek Tim Surma). Maar eigenlijk vind ik dat er ook een verantwoordelijkheid ligt bij leraren en schoolleiders zelf.
Als leraren en schoolleiders zelf meer erkenning krijgen voor de complexiteit van hun beroep, en de keuzes die zij hierin maken beter gaan onderbouwen, krijgt de sector denk ik ook veel meer aanzien.
Subvraag #8: Dus terug naar hoe het vroeger allemaal was?
Nee! Zeker niet! Wat ik vind, is dat we het kind niet met het badwater moeten wegspoelen – Dus behouden wat goed is maar ook continu kijken naar vernieuwingen die zich elders al bewezen hebben – Er is zo ontzettend veel bekend over hoe het onderwijs effectiever, efficiënter en bevredigender zou kunnen worden vormgegeven, laten we die kennis gebruiken om in onze eigen context mee te experimenteren! – Dat is kansrijker dan elke keer het wiel opnieuw te moeten uitvinden. Antwoord hoofdvraag: kennis is in de informatiesamenleving van de 21ste eeuw juist belangrijker dan ooit!
Remko Keizerwaard werkt al zijn hele werkende leven in het onderwijs. Als leerling kok, als docent, praktijkbegeleider en later als onderwijsmanager in verschillende functies. Nu is hij enkele jaren interim-manager en komt hij in allerlei scholen. We blikken terug op zijn loopbaan en identificeren zijn belangrijkste leiderschapslessen. Welke tips heeft hij voor beginnende managers in het onderwijs? Nieuwsgierig naar meer? Op 30 oktober organiseer ik samen met Remko Keizerwaard een studiedag voor onderwijsleiders. In 1 dag behandelen we alle relevante managementmodellen die er vandaag de dag toe doen. Interesse? Check deze link.
Hoogleraar Anna Bosman ziet de laatste jaren een flinke toename in het aantal dyslexie verklaringen. Een vreemde trend, want er is nogal wat aan te merken op de diagnose van dyslexie. En waarom omschrijven we een leesprobleem als een individuele leerstoornis? Sommige kinderen kunnen ook niet goed sporten, maar dit noemen we ook geen leerstoornis? Volgens Anna Bosman is slecht kunnen lezen eerder het gevolg van ons onderwijs en is het zeer twijfelachtig of we kinderen kunnen diagnosticeren met dyslexie. Daarnaast zijn er steeds meer ouders die niet accepteren dat hun kind minder makkelijk leest. Liever op zoek naar een diagnose en ‘oorzaak’ dan accepteren dat een kind langzaam leest of hier minder bekwaam in is. Bovendien opent een label dyslexie de deur naar extra hulp en begeleiding. Het is big business. Iets waar Follow the Money eerder over berichtte. Kijken we als maatschappij wel voldoende naar de oorzaak van slecht kunnen lezen? Luister nu naar een zeer precieze en onderbouwde Tjipcast over het verschil tussen dyslexie en een leesprobleem. Over goed en slecht onderwijs. En over wie nu eigenlijk onder de streep een probleem heeft: het kind of de school?
05.00 Het belang van gezamenlijk lezen in de klas: minstens een half uur!
07.30 Problemen voor zijn als leerkracht, de kritiek op ontdekkend leren
11.00 Praktijkvoorbeeld: school met een bijzondere methodiek
14.00 Definitie van dyslexie (wat is de oorzaak?) en problemen met het operationaliseren van de stoornis (relatief slecht lezen t.o.v. zijn leeftijdsgenoten)
18.00 10% laagst scorende lezers (medisch circuit van lezen), 3% regel = waar is dit op gebasseerd
22.00 Sporten, lezen, reken, tekenen of andere talenten
30.00 Klanken
31.00 Het belang van oefenen
36.00 IQ tests
41.00 Het belang van woorden opschrijven en de schaduwkant van het ‘verleuken’ van ons onderwijs
46.00 De rol van de leerkracht, klassikale instructie
52.00 Een school is niet het bedrijfsleven
55.00 Gemiddelde leessnelheid (link naar FTM onderzoek)
Met onderwijskundige Peter Loonen ga ik in gesprek over de start van het schooljaar. Het moment dat we vaak overlopen met energie en mooie plannen hebben voor het aanstaande schooljaar. Maar helaas kan dat ook snel wegzakken, voor je het weet verliezen we ons in ingewikkelde examenplannen, overleggen, discussies en inspectiebezoeken. Hoe hou je die positieve energie vast? En wat is daarvoor nodig? We blikken ook vooruit op de spieken studiedag van 30 oktober. Op deze studiedag kunnen onderwijsleiders in 1 dag overzicht en inzicht krijgen in de belangrijkste managementmodellen die er vandaag de dag toe doen. Over leren, veranderen, coachen en leidinggeven en nog veel meer. Op basis van het boek ‘Spiekboekje voor Managers. Met veel praktische toepasbaarheid, een no-nonsense filosofie, boordevol actuele casuïstiek en veel discussie en verdieping. Schrijf je nu in via deze link!
Op veel scholen verdwijnen de handvaardigheidslokalen. Eind 2018 schreef ik hierover een opiniestuk in het NRC. Ik kreeg hier ontzettend veel reacties op. Hoe kan dit als we tegelijkertijd geen vakmensen kunnen vinden in Nederland? En hoe komt het dat we leren timmeren, zagen en ‘iets maken’ met je handen niet meer zo hoog op de prioriteitenladder hebben staan? Je handen als instrument leren gebruik en de wereld ‘kunnen vormgeven’ is minstens zo belangrijk! Gelukkig is er een spannende nieuwe beweging in Nederland gaande: het maakonderwijs ook wel ’the maker movement’. Hier gaat leren en mooie dingen maken hand in hand! En dit kan in de klas, bij de bieb of op bezoek bij de fietsenmaker. Met maakonderwijs expert Wytkse de Man van de Alan Turingschool in hartje Amsterdam ga ik hierover in gesprek. We verkennen hoe leerkrachten kunnen starten met maakonderwijs en wat het vraagt van de dagelijkse schoolomgeving.
De meeste van ons kunnen precies het verschil uitleggen tussen een hele goede en slechte training of opleiding. Vaak doen we dit op basis van eigen ervaringen. Waar het kan gaan om de toepasbaarheid van aangereikte kennis, de ervaren begeleider of de prettige groep deelnemers waar iedereen elkaar uitdaagt en steunt om het maximale eruit te halen. Is het echter ook mogelijk dit soort ‘leerervaringen’ bewust te ontwerpen? Zijn er uitgangspunten en kenmerken van een ontwerpproces die de kans op krachtige leerprocessen’ groter maakt? Zodat ze baat hebben bij het individu, het team en de organisatie waar een professional werkt?
02.30 Opleiding als middel en geen doel en waarom leertraject een beter woord is
03.30 Leren geeft meer ruimte dan opleiden
06.00 Verplichten van leren, kan dat?
07.00 Wanneer maak jij het verschil? Meestal leer je dat niet op een school
09.30 Opleidingskunde als vak en discipline, leren in het werk, rond het werk en voor het werk
12.45 Verklaringen waarom er nog veel getraind wordt in organisaties
17.00 Diegene die het werk doen, staan aan de basis van het leertraject
21.00 De rol van HR(D) en trainingsprofessionals in organisaties
25.00 Benaderingen om naar ontwerpen te kijken
30.00 Leerdoelen, kan je daar mee werken als ontwerper?
33.00 Werk centraal stellen, van competentie naar bekwaamheid
36.00 Pleidooi voor de analyse (vaak wordt dit vergeten)
40.00 Evalueren die je constant, niet alleen op het einde
43.00 Enkele valkuilen. Teveel werken met ‘saaie methodes, durf verder te kijken dan een interview afnemen: dagboek bijhouden, filmpjes maken en andere tools benutten
43.30 Visie op leren, wat heb je daaraan als ontwerper?
45.45 Primaire proces van de organisatie heeft grote invloed op de leervoorkeur.
47.10 Meegaan in de dominante manier van leren als ontwerper, ook al kan dat niet altijd het best werken
47.55 Risico van te mooie woorden omtrent leren, praat en doe theorie
49.40 Passie om het werk te bestuderen, daar gaat het om!
Link naar een introductie artikel over ‘leren ontwerpen’ vind je hier.
Het onderwijs vormt niet, het vervormt. Doordat het uitgaat van verkeerde aannames en ideeën. Hier begint hoogleraar Jan Bransen zijn kritisch betoog om anders te durven kijken naar onderwijs, leren en ontwikkeling. Want leren is veel meer dan een toets of examen halen. Reflectie en onderzoek doen naar wie je bent als mens, wat je drijft en motiveert is minstens zo waardevol! Maar deze activiteiten vragen ruimte, aandacht en begeleiding en zijn bovendien niet zo makkelijk ’te meten’. In deze Tjipcast spreek ik uitgebreid met Jan Bransen over zijn nieuwe boek ‘Gevormd, of vervormd? Pleidooi voor ander onderwijs’. Een buitengewoon spannend gesprek over de rol van kennis, experimenteren en het belang van motivatie en ‘zin in leren’. Want uiteindelijk is leren veel meer dan de spiegel van een helder gegeven instructie. Durven we nog wel zo naar ons onderwijs te kijken?
4.00 Kritische reflectie: willen studenten nog wel studeren? Of willen ze tentamens halen? Hoe is dat zo gekomen?
5.00 Calculerend leren versus het hebben van een doel
8.00 De onderbouw
9.40 Leeropbrengsten en leerdoelen, wat is het verschil?
13.00 Gedragsontwikkeling, de weg naar het leerdoel toe (maar kan dat wel?)
17.00 Zelfvertrouwen en jezelf leren beheersen, hoe ontwikkel je dat? Dit is ook onderdeel van ‘lid worden van onze taalgemeenschap’
20.00 Vragen die ons denken stimuleren, ook al is er geen pasklaar antwoord
23.00 De hoog – laag metafoor van onderwijs
23.40 Leren zien als de spiegel van instructie, waar is dan de wil en motivatie?
29.00 Toets na toets
31.30 Agora onderwijs en andere varianten zoals het Vathorst college
37.00 Biologie van het leren
42.00 Naïef idee om te denken dat je kinderen MOET bezighouden
44.00 Leren van de ervaring, dat is veel meer dan alleen de expliciete instructie
45.00 Moet het onderwijs nog wel summatief toetsen (examen wel of niet slagen)?
51.00 Het belang van vragen stellen, onderzoek doen en ‘doorleren’
55.00 De inrichting van de school en het belang van ‘de wil tot leren’
58.00 Circus om school heen, verbeteren van overgangen tussen niveaus
59.00 De universiteit als fabriek
1.01 Onderzoek doen: vragen in een ruimte je weg proberen te vinden, het belang van houding en attitude (in plaats van het bouwen aan een evidence based model van de werkelijkheid)